“Intelligentie is in veel vraagstukken een zinvol stukje van de puzzel”

Onderzoeker Steven Joris onder de loep

Steven Joris is klinisch psycholoog en omschrijft zichzelf graag als ‘psychodiagnosticus’, want daar ligt zijn focus. Als onderzoeker bij het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) van de Thomas More-hogeschool ontwikkelt hij samen met enkele collega’s cognitieve vaardigheidstests. Joris: ”Vlaamse psychologen voorzien van kwalitatieve diagnostische instrumenten, dat is onze betrachting.”

Psychodiagnostiek is jouw core business. Wat houdt dit precies in?

"Binnen de psychologie kan je spreken van twee grote ‘takken’: psychodiagnostiek en psychotherapie, het vaststellen en benoemen van het probleem enerzijds en de behandeling ervan anderzijds. Al tijdens mijn opleiding wist ik dat mijn interesse niet ligt in therapeutische begeleiding, maar in het uitzoeken wat er precies aan de hand is bij mensen. Kunnen we het probleem in kaart brengen en welke behandeling kunnen we daar het beste aan koppelen? Dat is diagnostiek in een notendop. Dat probeer ik te benaderen vanuit verschillende rollen: als onderzoeker en als docent, maar ook als clinicus in mijn zelfstandige praktijk. Verder ben ik actief binnen de beroepsverenigingen, omdat ik dat grotere plaatje evenzeer belangrijk vind. Voor mij is dat allemaal deel van één groot verhaal: het bevorderen van de psychodiagnostiek in Vlaanderen."

Al tijdens mijn opleiding wist ik dat mijn interesse niet ligt in therapeutische begeleiding, maar in het uitzoeken wat er precies aan de hand is bij mensen. Kunnen we het probleem in kaart brengen en welke behandeling kunnen we daar het beste aan koppelen?

Wat fascineert jou daarin?

"Vooral het testen zelf, bijvoorbeeld aan de hand van vragenlijsten of prestatiegerichte ​ opdrachten. Die afnemen bij patiënten om vervolgens de puzzel te leggen. Daar gaat het om: kleine stukjes informatie verzamelen en die samenbrengen om te komen tot een coherente en gefundeerde verklaring voor de problemen van een patiënt. Psychodiagnostiek is onmisbaar binnen de geestelijke gezondheidszorg."

Welk onderzoek houdt je momenteel bezig?

"Het COVAT-project waarin we eigen cognitieve vaardigheidstests ontwikkelen gebaseerd op het Cattell-Horn-Carroll-model of CHC-model. We ontwikkelen hiervoor onze eigen items en staan zelf in voor de dataverzameling over heel Vlaanderen. De eerste test ontwikkeld door Thomas More is in 2015 gepubliceerd en was best succesvol. Die test was bedoeld voor kinderen tussen 9½ en 14 jaar, wat natuurlijk niet zo ruim is. De vervolgpublicatie zal kunnen worden ingezet bij jongeren tot 20 jaar, en daar werk ik mee aan. We hopen om de COVAT 9½-20 in het voorjaar van 2022 te publiceren. Dat hele proces van testontwikkeling doorlopen van begin tot einde is ongelooflijk boeiend en uitdagend. Dan pas besef je hoeveel tijd en energie er kruipt in het ontwikkelen van zo’n psychologisch instrument."

Het CHC-model ligt aan de basis van deze nieuwe test. Wat is het belang van dat model?

(lacht) "Daar kan ik uren over praten! Om mijn collega Marlies Tierens te citeren: het kritisch gaan bekijken van intelligentiemeting en testgebruik is wellicht de grootste verdienste van het CHC-model. Het is een bril, zeg maar, waarmee je naar intelligentie(meting) kijkt. En het is goed dat wij, psychologen, ongeveer door dezelfde bril kijken. Gedurende lange tijd was dit niet het geval, waardoor men vaststelde dat verschillende intelligentietests uiteenlopende resultaten opleverden die niet verklaard konden worden door toeval. Dit leidde vaak tot onduidelijkheid en miscommunicatie omtrent het intelligentiebegrip.

Met het CHC-model evolueren we geleidelijk aan in de richting van conceptuele helderheid en uniformiteit over wat we doen en hoe we het meten. Het is op dit moment het meest robuuste model waar ook de meeste evidentie voor bestaat. Het is overigens niet tot stand gekomen door het werk van één persoon: het model is het resultaat van de bevindingen en onderzoeken van een heleboel mensen die er doorheen decennia aan hebben bijgedragen. Dat is het mooie eraan."

Het CHC-model is een bril waarmee je naar intelligentie kijkt. En het is goed dat wij, psychologen, allemaal door dezelfde bril kijken.

Wat meet je dan concreet?

"Cognitieve vaardigheden. Sommige van deze vaardigheden zijn redelijk ‘bekend’ bij het brede publiek. Denk maar aan logisch redeneren of het langetermijngeheugen. Maar ook minder bekende cognitieve vaardigheden zoals gekristalliseerde cognitie of verwerkingssnelheid komen aan bod. Het zijn allemaal vaardigheden die we relatief onafhankelijk van elkaar in kaart kunnen brengen, maar tegelijkertijd dragen zij gezamenlijk bij aan het algemene intelligentieniveau van een persoon."

Waarom zijn intelligentietests belangrijk?

"Omdat intelligentie redelijk fundamenteel is. Intelligentie is net als persoonlijkheid een van die elementen die ons in grote mate maken tot de persoon die we zijn. Het wordt vaak gemeten door psychologen omdat het in veel vraagstukken een zinvol stukje van de puzzel is. Als onderdeel van een diagnose, of om bepaalde zaken te kunnen uitsluiten. Je mag niet vergeten dat in onze samenleving belangrijke beslissingen gekoppeld worden aan een IQ-score. De terugbetaling van een logopedische behandeling, bijvoorbeeld, is daarvan afhankelijk. Precies daarom is het belangrijk om kwalitatieve diagnostische instrumenten te hebben. Dat is onze betrachting: Vlaamse psychologen voorzien van kwalitatieve instrumenten. "

Intelligentie is net als persoonlijkheid een van die elementen die ons maken tot de persoon die we zijn.

Blijft er niet het gevaar dat mensen in hokjes worden geplaatst en een label opgeplakt krijgen?

"Dat is een terechte vraag. En een heel breed debat, dat je nu aansnijdt. Ik denk dat je niet goed bezig bent als je de persoon die voor je zit reduceert tot een label. Anderzijds geloof ik wel in de waarde van classificatie. Er zijn nu eenmaal zaken – stoornissen of problemen – die in grote mate gemeenschappelijk zijn tussen mensen.

Vergelijk het met de klassieke geneeskunde. Alzheimer is een aanvaarde classificatie omdat het veel mensen treft en er grote gemeenschappelijkheid bestaat op vlak van de symptomen die zij vertonen. Tegelijkertijd moet je steeds voldoende ruimte laten voor de persoon die voor je zit en de variabiliteit die inherent is aan iedere diagnose. Het kind een naam geven is echter een noodzakelijk vertrekpunt: het maakt dat alle betrokkenen een gemeenschappelijke taal spreken. En uit ervaring weet ik dat veel patiënten het als helpend ervaren. Voor hen is het de bevestiging van iets waar zij dikwijls al heel lang mee worstelen. De gemeenschappelijkheid van hun problemen maakt dat ze zich niet alleen voelen."

Het kind een naam geven is een noodzakelijk vertrekpunt: het maakt dat alle betrokkenen een gemeenschappelijke taal spreken.

Naast je onderzoek heb je ook nog een klinische praktijk?

"Die staat momenteel op een laag pitje. Enerzijds heeft de COVID-pandemie mijn praktijk geen goed gedaan. Psychodiagnostisch onderzoek wordt helaas niet terugbetaald in België, en is vaak heel duur. In financieel onzekere tijden zal men dit soort zorg dus sneller gaan uitstellen. Anderzijds wou ik voorrang geven aan een nieuw onderzoeksproject rond diagnostiek. "

Heeft jouw ervaring in de praktijk invloed op de keuzes die je maakt als onderzoeker?

"Absoluut! Als het gaat om het ontwikkelen van testinstrumenten, durf ik zeggen dat het echt een meerwaarde is om die andere kant, die van de klinische praktijk, ook te kennen. Het helpt als je weet hoe het is om in een praktijkruimte te zitten en instrumenten werkelijk af te nemen bij een patiënt die een hulpvraag heeft en vaak een hele rugzak meedraagt. Ook in mijn werk als docent merk ik dat ik dikwijls teruggrijp naar voorbeelden uit mijn praktijk. Persoonlijk vind ik dat een verrijking."

Stel: je hebt onbeperkt budget en middelen, welk onderzoek zou je opstarten?

"Het is niet echt een onderzoek, maar dan zou ik een volwaardige Vlaamse testuitgeverij uit de grond stampen. Zoals een Pearson of een Hogrefe, die nu de testmarkt in Vlaanderen domineren. Ik ben blij dat ze er zijn, maar het blijven buitenlandse bedrijven die in de ontwikkeling van hun instrumenten niet altijd voldoende oog hebben voor de Vlaamse context. Ja… dat is een droom van mij: een gespecialiseerde Vlaamse testuitgeverij die kwaliteit en wetenschap vooropstelt."

Steven Joris

Steven Joris

Onderzoeker en lector toegepaste psychologie

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Thomas More Research

Binnen Thomas More-hogeschool doen we aan praktijkgericht onderzoek. Hiermee ontwikkelen we nieuwe kennis, inzichten en innovatieve producten of diensten. We passen wetenschappelijke kennis toe in specifieke professionele situaties en stimuleren op die manier innovatie bij bedrijven en in de maatschappij.