"Kick-off van sterk kennisnetwerk"
Studiedag ‘Kruisbestuiving in insectenonderzoek’ van Thomas More en KU Leuven campus Geel

GEEL, 4 juni 2025 – Elkaar beter leren kennen en samen beter worden: dat was de inzet van het evenement ‘Kruisbestuiving in insectenonderzoek’ van Associatie KU Leuven. Meer dan vijftig onderzoekers zakten af naar Geel voor een programma met boeiende sprekers en netwerkmomenten. Door onderzoekers van verschillende onderzoeksinstellingen en campussen samen te brengen, hopen de organisatoren van Thomas More en KU Leuven de kennis en contacten rond insectenonderzoek te versterken.
Thomas More en KU Leuven werken al zo’n veertien jaar intens samen in insectenonderzoek op de campus in Geel. De tijd was rijp om alle expertise en onderzoekers samen te brengen. Dat vond ook prof. Dries Vandeweyer, initiatiefnemer en onderzoeker bij de KU Leuven onderzoeksgroep voor Insect Production and Processing: “We weten dat er heel wat expertise is binnen de associatie, maar we hadden geen concreet overzicht wie waarmee bezig is en waar welke kennis zit. Het onderzoek in Geel en de samenwerking tussen KU Leuven en Thomas More hier verloopt prima en is toonaangevend in Vlaanderen. Maar er zijn nog andere locaties in Vlaanderen waar aan insectenonderzoek gedaan wordt, ook binnen onze associatie.”
De Associatie KU Leuven is een netwerk van 6 instellingen van hoger onderwijs met dezelfde kijk op kwaliteit. Ze liggen verspreid over 23 locaties in Vlaanderen en Brussel. “Een dag als vandaag brengt dat allemaal samen. Met deze ‘kruisbestuiving’ kunnen we eens over het muurtje kijken bij collega’s en hen beter leren kennen.”
Tijdens de netwerkdag waren heel complementaire onderzoekers aanwezig. “Denk maar aan onderzoek naar insectenfysiologie, bestuivingstechnieken of allergieën door insecten. Ook zagen we een boeiende toepassing rond visvoer voor aquacultuur. We mogen wel zeggen dat we erin geslaagd zijn om heel veel mensen uit de sector samen te brengen”, aldus Dries.
“Dankzij schaalvergroting is 1 + 1 soms 3. Samen kunnen we elkaars onderzoek ongetwijfeld versterken”, aldus Jeroen De Smet, mede-initiatiefnemer vanuit KU Leuven campus Geel. “Insecten zijn een uiterst succesvolle en diverse groep van organismen. Ze kennen een hoog reproductiepotentieel, zijn compact en hebben bijvoorbeeld ook een markant exoskelet die we kunnen benutten voor diverse toepassingen. Ook hun natuurlijke en economische impact - als bestuiver van landbouwgewassen, als veevoeder, als verwerker van plantaardig afval – maakt hen heel veelzijdig. Maar ook de negatieve kant, bijvoorbeeld plagen die oogsten vernielen, zijn onderwerp van impactvol onderzoek. Insectenonderzoek bestaat er vanuit tal van invalshoeken.”
Insectenonderzoek in Geel
In Geel werken KU Leuven en Thomas More voornamelijk rond de rol van insecten in een circulaire economie, bijvoorbeeld in humane voeding en veevoeder. Daarnaast zijn er ook technisch-industriële toepassingen die onderzocht worden, door bijvoorbeeld olie te persen uit insecten. In 2011 kwam insectenkweek voor het eerst in beeld in Geel, toen het toenmalige KHK, de voorloper van Thomas More, een project startte rond de zwarte soldaatvlieg. Vandaag, bijna vijftien jaar later, werken er twee onderzoeksgroepen aan insectenonderzoek op de site. Hun focus? Een circulaire bio-economie wetenschappelijk te onderbouwen met kennis en technieken.
“Het Expertisecentrum Duurzame Biomassa en Chemie van Thomas More focust op de productie en processen van duurzame biomassa, algen en insecten. Naast de labo’s zijn er ook pilootinstallaties voor de kweek en de processing van de biomassa. Met praktijkgericht onderzoek tracht de onderzoeksgroep concrete tools en werkwijzen aan te reiken aan een jonge, circulaire sector”, aldus Lotte Frooninckx, onderzoeker bij Thomas More. “De insecten op de campus worden gevoed met organische reststromen die we dankzij de insectenkweek kunnen opwaarderen. Het gaat om overschotten van voedsel uit supermarkten, restaurants, de gft-bak of loof van landbouwgewassen.” De output van insecten kan heel divers zijn, maar stoot nog te vaak op de grenzen van de bestaande wetgeving. “Er zijn natuurlijk mooie voorbeelden, zoals granola, insectenrepen en diervoeders. We gaan ook op zoek naar nieuwe technieken om insecten te scheiden in verschillende fracties, die we vervolgens grondig analyseren en toepassen in de chemische, farmaceutische of zelfs medische sector.”
De Insect Pilot Plant staat sinds 2021 op campus Geel en kwam er vanuit de behoefte van KU Leuven, Thomas More en onderzoeksorganisatie VITO in Mol om expertise rond insectenonderzoek te bundelen. Er was nood aan specifieke infrastructuur en eigen materiaal. In het innovatieve gebouw zijn verschillende klimaatkamers, oogstruimtes en een ruimte om voeder klaar te maken. Op deze manier kunnen de verschillende technieken geanalyseerd worden op pilootschaal.
Toekomstperspectief
Dat insectenkweek een groot valorisatiepotentieel heeft, blijkt uit de diverse toepassingen die onderzocht worden. “Als we vanuit de academische wereld alle kennis samenbrengen, kunnen we de insectensector versterken en ondersteunen. In een wereldwijde zoektocht naar duurzaamheid kunnen wij met ons onderzoek de bio-economie versnellen”, aldus Dries. “We zien deze netwerkdag als de kick-off van de opbouw van een sterk en coherent kennisnetwerk.”